Inhoud modules

De tweejarige master bestaat uit vier semesters

In elk semester komen drie lijnen aan bod waarin het accent ligt op: Inhoudelijke kennis (IL), Persoonlijke en professionele ontwikkeling (PPO) en Onderzoekend innoveren (OI).

Vormen van toetsing

Iedere module rond je af met een opdracht. Dit gebeurt op verschillende manieren, bijvoorbeeld in de vorm van een paper, een portfolio, een gesprek, etc. Naast kennis vragen we vooral inzicht en toepassing. Bij de opdrachten leggen we altijd de verbinding naar je eigen (school)context.

Ieder semester heeft een eigen inhoudelijke lijn. De inhoudelijke lijnen volgen elkaar qua thematiek op, waarbij ze met elkaar de aspecten van het beroepsbeeld dekken. De beschrijvingen hieronder geven inzicht in de inhoudelijke lijnen.

IL Semester 1 | Wat speelt er in de eigen praktijk?

Je teamleider vertelt in een vergadering enthousiast over de nieuwste didactiek. Het is precies wat de school nodig heeft. Hij stelt voor om dit stapsgewijs in te gaan voeren. Het geld is beschikbaar en hij is er stellig van overtuigd dat het nu gemakkelijker wordt om met deze nieuwe didactische toepassing de resultaten te verbeteren. Je krabt je eens achter je oor en vraagt je af of dit niet een beetje te snel gaat. 

Onderwijs is voortdurend in ontwikkeling. Van jou als teacher leader wordt verwacht dat je met visie een positie kunt innemen. In deze inhoudelijke lijn worden achtergronden verhelderd over huidige ontwikkelingen. Je leert begrijpen waar bepaalde ideeën zijn ontstaan en hoe die doorwerken in het onderwijs, ook in jouw onderwijssituatie (we denken aan po, vo, mbo of hbo, maar het kan ook gaan over andere educatieve situaties).

Je krijgt in deze module taal aangereikt waarmee je aan collega’s uit kunt leggen wat er in jouw school of opleiding op dit moment speelt. Wat versta je onder goed onderwijs? Welke onderwijsconcepten spelen daarin een rol? Deze taal helpt je om een helicopterview in te nemen en je eigen opvatting over en visie op onderwijs te formuleren. 

Hierbij leer je levensbeschouwelijk te reflecteren op de waarde van vernieuwingen. We reiken gedachten aan vanuit het christelijk geloof, met behulp waarvan je een eigen positie kunt innemen. Jouw opvatting is erg belangrijk als je richting gaat geven aan veranderingen van het onderwijs in jouw context. Het helpt om te beslissen wat verstandig is om te doen. Wat weer helpt om onderwijs echt beter te maken!

IL Semester 2 | Vernieuwen van praktijken

Je merkt in je eigen onderwijssituatie dat er dingen anders kunnen. Je wilt je praktijk vernieuwen omdat dingen in jouw ogen beter kunnen. Maar is dat ook zo? En waarom dan? Je stelt jezelf een aantal vragen: Ik wil het onderwijs binnen mijn organisatie innoveren, maar wat is daarvoor nodig? Welke ingreep kan ik in mijn organisatie doen? Vragen waar je tijdens deze module antwoord op leert geven.

In deze module maak je kennis met innovatiemodellen met als doel een interventie te ontwerpen waarmee je je beoogde innovatie behaalt. Je maakt gebruik van de geanalyseerde wensen en behoeften uit semester 1, waarmee je een interventie gaat ontwerpen die je kunt gebruiken in het kader van je masterthesis.

Deze interventie ontwerp je niet alleen, je probeert hem in dit semester ook uit (op kleine schaal). Nadat de interventie is afgerond, evalueer je die aan de hand van aangereikte principes. Tijdens de leerbijeenkomsten worden de fasen van innovatie besproken aan de hand van een basismodel en gedurende de leerbijeenkomsten word de interventie op grond van een model verder ontworpen, uitgevoerd en geëvalueerd.

Bij het inrichten van een interventie is ook inhoudelijke kennis, zoals aansluiten bij de doelgroep, de inzet van media, en toetsing en evaluatie belangrijk. Deze inhoudelijke kennis speelt dan ook een rol in dit semester voor de inhoudelijke lijn. Ook maak je gebruik van een ontwikkelgroep (collega’s) die met je meedenkt. Kortom: een praktische lijn waarbij inhoudelijke informatie en ontwerp-en-uitvoering samen vorm krijgen.

IL Semester 3 | Innoveren met collega’s

Bij ‘Innoveren van organisaties’ gaat het vooral om organisaties in het onderwijs, meestal scholen of teams binnen scholen. In deze module krijg je een aantal perspectieven aangereikt om met collega’s aan de slag te gaan. Je leert jargon en concepten en krijgt instrumenten in handen om te bepalen op welke wijze je de kans van slagen van het invoeren een innovatie die je belangrijk vindt kunt vergroten.

Waar zitten de aangrijpingspunten en de wrijfpunten? Hoe ga je om met de diversiteit in het team waarmee je werkt? Tevens leer je de perspectieven, theorie, jargon en concepten te wegen: empirisch, theoretisch, moreel. Je eigen, vaak impliciete, kaders, je (professionele) biografie en je waarden komen daarin mee. In de bijeenkomsten en de voorbereiding daarop komen al deze dingen aan de orde en in de eindopdracht komen ze samen. Ondertussen vergroot je je vermogen om compact te schrijven, altijd op zoek te zijn naar onderbouwingen en een oog te hebben voor de praktische bruikbaarheid in je eigen werkomgeving.

IL Semester 4 | Grenzeloos leren en delen van ervaringen

In de inhoudelijke lijn ‘Grenzeloos leren en delen van ervaringen’ staat het begrip boundary crossing  centraal. In het Nederlands kan je dit vertalen met bruggen bouwen. Bruggen die worden gebouwd om grenzen te overbruggen. Met grenzen wordt in de theorie over boundary crossing (Akkerman & Bakker, 2012a) sociale of culturele verschillen tussen praktijken bedoeld, die leiden tot problemen in handelingen of in de interactie met andere praktijken (Akkerman & Bakker, 2011). Wanneer je als teacher leader zulke grenzen verkend en bruggen probeert te bouwen, doe je aan boundary crossing.

Binnen de lijn onderzoekend innoveren leer je allereerst om de innovatievraag binnen jouw organisatie helder te krijgen. Samen met je collega’s ontwikkel je een innovatie en voer je deze uit. Je gaat na of en hoe de innovatie werkt en of dit het goede antwoord is op jouw vraag. De ervaringen rond je onderzoeksinnovatie verwerk je in je masterthesis.

OI Semester 1

Afgelopen jaar is duidelijk geworden dat leerlingen van basisschool De Vlieger lager scoren op de CITO rekentoetsen dan verwacht. Aanvankelijk was er teleurstelling bij de leraren, maar al snel ontstaat er energie om de handschoen op te pakken en de uitdaging aan te gaan de resultaten te verbeteren. De directeur is blij dat Janine aan de master Leren en innoveren begint, want dan kan zij dit aanpakken. Het valt volgens de directeur mooi samen met het plan om IPads aan te schaffen. De Ib’er verwacht dat dit ook handig is met het oog op adaptief werken met meerbegaafde leerlingen. Janine zelf is geïnteresseerd in authentiek en realistisch rekenen. Maar misschien geeft de literatuur wel andere mogelijkheden om het probleem aan te pakken. Om een keuze te kunnen maken voor een innovatie, is het belangrijk dat Janine eerst goed onderzoekt wat nu precies het innovatievraagstuk (probleemstelling) is.

In deze module leer je om rondom jouw innovatievraagstuk (probleemstelling) helder te krijgen en te formuleren. Daarvoor is het nodig 1) om te onderzoeken om welke centrale kernbegrippen het gaat en wat de literatuur hier over schrijft, 2) binnen de eigen praktijk onderzoek te doen naar het precieze innovatievraagstuk (probleemstelling) op basis van de begrippen uit de literatuur, door middel van kwantitatief en kwalitatief onderzoek (observeren en interviewen). Door gebruik te maken van wat er bekend al bekend is en beschreven in literatuur en nauwkeurig te kijken en te luisteren in je school, kom je tot de beschrijving van het innovatievraagstuk (probleemstelling). Het innovatievraagstuk (probleemstelling) is daarmee gefundeerd op inzichten uit eerder onderzoek en inzichten die jij in de praktijk signaleert en vastlegt. Je leert in deze module om wetenschappelijke literatuur van goede kwaliteit te vinden, te begrijpen en weer te geven en op basisniveau kwalitatieve en kwantitatieve data te verzamelen, analyseren en rapporteren (interview en observatie afnemen en verwerken, vragenlijst uitzetten en verwerken). Daarbij is een uitgangspunt dat alle kennis die je binnen je organisatie vergaart tijdelijk en voorlopig is. Gedurende de opleiding blijf je inzichten aanscherpen en verbeteren. Kortom: je exploreert binnen jouw praktijk het innovatievraagstuk (probleemstelling). In een explorerend onderzoek kom je tot een beschrijving wat het probleem precies is, hoe het probleem zich voordoet en waarom een innovatie nodig is.

OI Semester 2

Aan het eind van semester 1 ben je gekomen tot het formuleren van een probleemstelling. Je weet nu ‘precies’ wat het probleem is op jouw school of instelling, hoe collega’s hier tegenaan kijken en vanuit welke theoretische perspectieven je tegen dit probleem aan kunt kijken. Toch heb je momenten van twijfel en denk je: ‘Dit zijn wel grote woorden, ik weet niet of ik dat wel goed heb gedaan’. Gelukkig… onderzoek doen is nooit klaar. Het is een proces, waar je steeds weer aanscherpt en verbetert. Als het nog niet als ‘af’ voelt, hoeft dan geen probleem zijn. Voortschrijdend inzicht is beter dan gestolde kennis.
 
Misschien heb je al wel eens nagedacht hoe je jouw innovatie in de praktijk wil uitvoeren en wat een oplossing zou kunnen zijn om als Teacher Leader jouw praktijk te vernieuwen. Dit semester probeer je op kleine schaal ‘jouw oplossing’ – de innovatie – uit en evalueer je deze samen met je collega’s uit het ontwikkelgroep. De kennis die je opdoet deel je met collega’s, met mensen buiten je school en met mede Teacher Leaders en docenten binnen de MLI.

Tijdens dit semester ervaar je dat een innovatie onderzoeken iets anders is dan een innovatie implementeren en er daarna iets van vinden. Met onderzoeken bedoelen we dat je werkt vanuit een vooraf opgesteld plan en kwaliteitseisen formuleert, waarbij je steeds openstaat voor nieuwe inzichten en daar juist naar op zoek gaat. Onderzoek moet aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen en op een inzichtelijke manier gebeuren. In dit semester raak je vertrouwd met begrippen als validiteit en betrouwbaarheid van onderzoek. Binnen onderwijskundig onderzoek zijn er verschillende manieren van onderzoek, waarin je ingeleid zult worden. Elke vaardigheid die je hebt geleerd in het voorgaande semester wordt uitgebreid en verder ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld het zoeken van literatuur en het analyseren van gegevens. Kortom: In deze module leer je om in je eigen context op kleine schaal een innovatie te onderzoeken en dit te rapporteren aan buitenstaanders.

OI Semester 3

Gedurende dit semester zal je jouw innovatie op grotere schaal uitvoeren en presenteren aan buitenstaanders. Het onderzoeken van een innovatie helpt je als teacher leader om anderen inzicht te geven in de ontwikkelde innovatie en hier verantwoording over af te leggen. In deze module zal de nadruk liggen op wetenschappelijk schrijven en kwalitatieve dataverzameling.

Je maakt – opnieuw- een onderzoeksplan, dat bestaat uit een probleembeschrijving, de onderbouwing van de innovatie (samenvatting van de resultaten van semester 1 en 2), gedegen ontwerp van de innovatie. Je zult je onderzoeksvragen aanscherpen en aanvullen, evenals de dataverzamelingsmethoden, data-analysemethoden en planning.

OI Semester 4

Beschrijven van de onderzoeksinnovatie in de masterthesis

Binnen de masteropleiding wordt je als masterstudent opgeleid voor het doen van een praktijkgericht onderzoek waarbij je toewerkt naar een innovatie in je eigen praktijk en daarvan het effect meet. Tijdens het laatste semester je aan het schrijven van je masterthesis. Begeleiding vindt plaats via individuele begeleidingsmoment met je onderzoeksbegeleider en in de vorm van werkbijeenkomsten.
 
Volgordelijkheid van onderzoekslijn!
Vanaf semester 1 werk je de binnen de lijn onderzoekend innoveren aan je eigen onderzoeksinnovatie. Vanaf semester 2 bouw je voort op wat je in semester 1 hebt opgebouwd en met een voldoende hebt afgerond, enzovoort voor semester 3 en 4. Vanwege deze volgordelijkheid kan je het volgende semester pas afronden als je het semester ervoor met een voldoende hebt afgerond.

Wanneer je in je eigen (school)praktijk samen met collega’s het onderwijs wilt innoveren, heb jij daarin als persoon een belangrijke rol. In de lijn persoonlijke en professionele ontwikkeling staat jouw vorming als persoon en als Teacher Leader centraal.

PPO Semester 1

Wanneer je in je eigen (school)praktijk samen met collega’s het onderwijs wil innoveren, heb jij daarin als persoon een belangrijke rol. In de docentenkamer wordt geklaagd over allerlei vernieuwingen. Waarom is dat allemaal nodig, we doen het toch al jaren zo? In de persoonlijke ontwikkelingslijn staat de persoonsvorming van de teacher leader centraal. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van de eigen kwaliteiten en daarbij speelt ook de vraag hoe het benutten van de eigen kwaliteiten dienstbaar is in de context waarin jij je als teacher leader bevindt. In het eerste semester word je als beginnend teacher leader bewust welke kwaliteiten (persoonlijke eigenschappen zoals vriendelijk, hulpvaardig, sociaal of moedig), je bezit en hoe je deze optimaal in kan zetten in je rol van teacher leader.

Bovendien staan we stil bij welke drive/roeping jij ervaart en wat je drijft in je werk. Binnen de groep worden duo´s (peer coaches) samengesteld die gedurende de opleiding elkaars directe sparring partner zijn. Daarnaast wordt de rol van teacher leader geoefend. In het eerste semester worden de eigen sterke kanten opgespoord en hoe deze optimaal ingezet kunnen worden in de rol van innovator. Omdat de basis van leren reflecteren is, wordt hier veel aandacht aan besteed. Daarbij reflecteren we niet alleen op het gedrag, maar ook op de professionele identiteit, wat jou drijft en op je persoonlijke eigenschappen, ook wel kernkwaliteiten genoemd. Tijdens de leerbijeenkomsten zal tijd ingeruimd worden om persoonlijke vragen te bespreken of inhouden te verwerken. 

PPO Semester 2

In het tweede semester gaan we meer naar de omgeving kijken. Wat heeft je schoolomgeving nodig om een goede innovatie samen met jou voor te bereiden? Wat in het eerste semester is gestart met samenwerkend leren (werken met peercoaches) wordt in het tweede semester uitgebouwd. 

Theorie krijgt meer betekenis door toepassingsopdrachten in de eigen schoolpraktijk. Zo gaan we motivatietheorieën bestuderen. Om inzicht te krijgen in wat belemmerende en stimulerende factoren zijn voor het leren en ontwikkelen, maak je kennis met de motivatie theorie van de vervulling van de psychologische basisbehoeften en de fixed- en growth mindset. 

Onderwijs innoveren doe je met collega’s. Dit semester start je met leidinggeven aan een ontwikkelteam. 

PPO Semester 3

Je werkt samen met collega's aan onderwijsontwikkeling. Jullie zijn het met elkaar eens dat leerlingen meer eigenaarschap moeten tonen. Tijdens overleggen zijn vaak dezelfde collega's aan het woord. Als besluiten worden genomen, is iedereen het snel met elkaar eens. Of lijkt dat maar zo? Als je in de klas bij een komt kijken hoe het gaat, zie je dat hij zich niet houdt aan afspraken. Wat te doen? Hoe kan het overleg zodanig georganiseerd worden zodat duidelijk wordt wat iedereen vindt?

We gaan ons verdiepen in groepsdynamiek. Kennis van deze tak van wetenschap is helpend voor het begrijpen van processen binnen de school en geeft concrete handvatten hoe je als teacher leader een positieve bijdrage kan leveren aan teamontwikkeling. Zicht krijgen op jouw stijl van leidinggeven is een belangrijk onderdeel van dit semester. Tijdens dit semester maak je ook kennis met progressiegericht coachen. Een coachingsmethodiek die helpend is bij individuele en groepscoaching. 

PPO Semester 4

Er is niets zo motiverend als met enthousiasme aan een innovatie beginnen en na een paar jaar constateren dat de voornemens tot praktijkverbetering hebben geleid. Hoe kan jij samen met collega's zorgen dat de innovatie duurzaam geïmplementeerd en verder ontwikkeld wordt? Om te komen tot duurzame verbetering, ga je initiatieven nemen die gebaseerd zijn op verander- en leer theorieën. We gaan onder andere aan de slag met ondersteunen van collega's als er sprake is van terugvallen tijdens het innovatieproces. Tijdens dit semester oefenen met progressiegericht coachen in de eigen schoolpraktijk. We sluiten het semester af met een terugblik op jouw ontwikkeling als teacher leader. 

In het tweede jaar is er een internationale studiereis die samen met medestudenten wordt georganiseerd naar een met elkaar gekozen bestemming. De keuze van de bestemming wordt bepaald door het thema dat onderzocht zal worden. Over de studiereis maak je als groep een website waarop alle activiteiten voorafgaand, tijdens en na de reis gedeeld worden in blogs en vlogs.
 
Kijk voor de prachtige ervaringen de websites van studenten van voorgaande jaren op de links hieronder:

Activiteiten

Starttweedaagse
Na een aantal leerbijeenkomsten is er begin oktober de starttweedaagse. Deze tweedaagse is in een bosrijke omgeving op een externe locatie. Centraal staat onderlinge kennismaking en verdieping.

Symposia
In het tweede jaar presenteer je tijdens een symposium aan het begin van het jaar, je onderzoeksopzet door middel van een posterpresentatie.

Aan het einde van het jaar presenteer je tijdens het afstudeersymposium jouw onderzoeksinnovatie. Bij beide presentaties word je bij de presentatie ondersteund door je leidinggevende.