Binnen de lijn onderzoekend innoveren leer je allereerst om de innovatievraag binnen jouw organisatie helder te krijgen. Samen met je collega’s ontwikkel je een innovatie en voer je deze uit. Je gaat na of en hoe de innovatie werkt en of dit het goede antwoord is op jouw vraag. De ervaringen rond je onderzoeksinnovatie verwerk je in je masterthesis.
OI Semester 1
Afgelopen jaar is duidelijk geworden dat leerlingen van basisschool De Vlieger lager scoren op de CITO rekentoetsen dan verwacht. Aanvankelijk was er teleurstelling bij de leraren, maar al snel ontstaat er energie om de handschoen op te pakken en de uitdaging aan te gaan de resultaten te verbeteren. De directeur is blij dat Janine aan de master Leren en innoveren begint, want dan kan zij dit aanpakken. Het valt volgens de directeur mooi samen met het plan om IPads aan te schaffen. De Ib’er verwacht dat dit ook handig is met het oog op adaptief werken met meerbegaafde leerlingen. Janine zelf is geïnteresseerd in authentiek en realistisch rekenen. Maar misschien geeft de literatuur wel andere mogelijkheden om het probleem aan te pakken. Om een keuze te kunnen maken voor een innovatie, is het belangrijk dat Janine eerst goed onderzoekt wat nu precies het innovatievraagstuk (probleemstelling) is.
In deze module leer je om rondom jouw innovatievraagstuk (probleemstelling) helder te krijgen en te formuleren. Daarvoor is het nodig 1) om te onderzoeken om welke centrale kernbegrippen het gaat en wat de literatuur hier over schrijft, 2) binnen de eigen praktijk onderzoek te doen naar het precieze innovatievraagstuk (probleemstelling) op basis van de begrippen uit de literatuur, door middel van kwantitatief en kwalitatief onderzoek (observeren en interviewen). Door gebruik te maken van wat er bekend al bekend is en beschreven in literatuur en nauwkeurig te kijken en te luisteren in je school, kom je tot de beschrijving van het innovatievraagstuk (probleemstelling). Het innovatievraagstuk (probleemstelling) is daarmee gefundeerd op inzichten uit eerder onderzoek en inzichten die jij in de praktijk signaleert en vastlegt. Je leert in deze module om wetenschappelijke literatuur van goede kwaliteit te vinden, te begrijpen en weer te geven en op basisniveau kwalitatieve en kwantitatieve data te verzamelen, analyseren en rapporteren (interview en observatie afnemen en verwerken, vragenlijst uitzetten en verwerken). Daarbij is een uitgangspunt dat alle kennis die je binnen je organisatie vergaart tijdelijk en voorlopig is. Gedurende de opleiding blijf je inzichten aanscherpen en verbeteren. Kortom: je exploreert binnen jouw praktijk het innovatievraagstuk (probleemstelling). In een explorerend onderzoek kom je tot een beschrijving wat het probleem precies is, hoe het probleem zich voordoet en waarom een innovatie nodig is.
OI Semester 2
Aan het eind van semester 1 ben je gekomen tot het formuleren van een probleemstelling. Je weet nu ‘precies’ wat het probleem is op jouw school of instelling, hoe collega’s hier tegenaan kijken en vanuit welke theoretische perspectieven je tegen dit probleem aan kunt kijken. Toch heb je momenten van twijfel en denk je: ‘Dit zijn wel grote woorden, ik weet niet of ik dat wel goed heb gedaan’. Gelukkig… onderzoek doen is nooit klaar. Het is een proces, waar je steeds weer aanscherpt en verbetert. Als het nog niet als ‘af’ voelt, hoeft dan geen probleem zijn. Voortschrijdend inzicht is beter dan gestolde kennis.
Misschien heb je al wel eens nagedacht hoe je jouw innovatie in de praktijk wil uitvoeren en wat een oplossing zou kunnen zijn om als Teacher Leader jouw praktijk te vernieuwen. Dit semester probeer je op kleine schaal ‘jouw oplossing’ – de innovatie – uit en evalueer je deze samen met je collega’s uit het ontwikkelgroep. De kennis die je opdoet deel je met collega’s, met mensen buiten je school en met mede Teacher Leaders en docenten binnen de MLI.
Tijdens dit semester ervaar je dat een innovatie onderzoeken iets anders is dan een innovatie implementeren en er daarna iets van vinden. Met onderzoeken bedoelen we dat je werkt vanuit een vooraf opgesteld plan en kwaliteitseisen formuleert, waarbij je steeds openstaat voor nieuwe inzichten en daar juist naar op zoek gaat. Onderzoek moet aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen en op een inzichtelijke manier gebeuren. In dit semester raak je vertrouwd met begrippen als validiteit en betrouwbaarheid van onderzoek. Binnen onderwijskundig onderzoek zijn er verschillende manieren van onderzoek, waarin je ingeleid zult worden. Elke vaardigheid die je hebt geleerd in het voorgaande semester wordt uitgebreid en verder ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld het zoeken van literatuur en het analyseren van gegevens. Kortom: In deze module leer je om in je eigen context op kleine schaal een innovatie te onderzoeken en dit te rapporteren aan buitenstaanders.
OI Semester 3
Gedurende dit semester zal je jouw innovatie op grotere schaal uitvoeren en presenteren aan buitenstaanders. Het onderzoeken van een innovatie helpt je als teacher leader om anderen inzicht te geven in de ontwikkelde innovatie en hier verantwoording over af te leggen. In deze module zal de nadruk liggen op wetenschappelijk schrijven en kwalitatieve dataverzameling.
Je maakt – opnieuw- een onderzoeksplan, dat bestaat uit een probleembeschrijving, de onderbouwing van de innovatie (samenvatting van de resultaten van semester 1 en 2), gedegen ontwerp van de innovatie. Je zult je onderzoeksvragen aanscherpen en aanvullen, evenals de dataverzamelingsmethoden, data-analysemethoden en planning.
OI Semester 4
Beschrijven van de onderzoeksinnovatie in de masterthesis
Binnen de masteropleiding wordt je als masterstudent opgeleid voor het doen van een praktijkgericht onderzoek waarbij je toewerkt naar een innovatie in je eigen praktijk en daarvan het effect meet. Tijdens het laatste semester je aan het schrijven van je masterthesis. Begeleiding vindt plaats via individuele begeleidingsmoment met je onderzoeksbegeleider en in de vorm van werkbijeenkomsten.
Volgordelijkheid van onderzoekslijn!
Vanaf semester 1 werk je de binnen de lijn onderzoekend innoveren aan je eigen onderzoeksinnovatie. Vanaf semester 2 bouw je voort op wat je in semester 1 hebt opgebouwd en met een voldoende hebt afgerond, enzovoort voor semester 3 en 4. Vanwege deze volgordelijkheid kan je het volgende semester pas afronden als je het semester ervoor met een voldoende hebt afgerond.